De wielen verwisselen: hou u slijtage op doeltreffende wijze voorkomt
Om ongelijkmatige slijtage tegen te gaan en ervoor te zorgen dat u uw banden zo lang mogelijk kunt gebruiken, dient u de wielen regelmatig van plaats en van as te veranderen. Globaal gesproken doet u dat het best om de zes maanden, bijvoorbeeld in de lente wanneer u uw winterbanden door zomerbanden vervangt en in de herfst wanneer u de zomerbanden weer door winterbanden vervangt. Wij leggen u uit wanneer u uw banden moet verwisselen.
Zorg ervoor dat u de banden roteert wanneer u ze vervangt. Dit kunt u bijvoorbeeld doen bij de seizoenswissels. Roteer de posities van de banden op de vooras en achteras. Onze tip: Schrijf de vorige wielpositie met krijt op de band voor u ze vervangt. Zo weet u steeds op welke plaats de banden daarvoor lagen en waar ze bij de volgende seizoenswissel moeten worden geplaatst.
Verwisselen van een wiel volgens het boekje: Zo gaat het
Als u uw banden zo lang mogelijk wilt blijven gebruiken, doet u er goed aan om ze volgens een vast schema te verplaatsen. Verplaats de wielen van de aandrijfas naar de niet-aangedreven as. De wielen van de niet-aangedreven as verhuizen in rechte lijn naar de aandrijfas.
Bij vierwielaangedreven wagens verplaatst u ze diagonaal.
Opmerking: Sommige banden hebben een vaste rijrichting. Dat is onder meer bij veel winterbanden het geval. Wanneer u de wielen diagonaal verplaatst zoals hierboven beschreven, mag u banden met een vaste rijrichting enkel van voren naar achteren en vice versa verplaatsen.
Onderstaande afbeelding illustreert de verschillende schema’s